Dag 50-62: Donderdag 28 maart t/m 9 april - Maleisië

Hallo lezers! Het is even geleden dat ik iets geüpload heb, maar daar is een reden voor. Ik heb zo veel leuke dingen gedaan, dat ik geen tijd heb gehad om ze te beschrijven. Er zit ongeveer een maand tussen dit verhaal en mijn vorige post. In die maand is er niet bijzonder veel gebeurd. Een combinatie van school, lekker eten en stappen. Maar toen was het 28 maart, en stond de eerste echte reis gepland. Samen met mijn Nederlandse huisgenoot Piet ga ik dik anderhalve week naar Maleisië. 

Donderdag om half 9 's avonds zitten we in het vliegtuig richting Singapore. Rond half 2 komen we daar aan, waarna ongeveer 6 uur moeten wachten op onze overstap naar Maleisië. Vanaf Singapore naar Kuala Lumpur (KL) is een kwestie van opstijgen en meteen weer dalen en dus staan we iets na achten 's ochtends met onze voeten op Maleisische bodem. We zijn geland op Kuala Lumpur. Met de trein gaan we van het vliegveld naar het centrum van de stad. Door de Britse kolonisatie van het land zijn veel woorden "geleend" vanuit de Engelse taal. Ook zijn er veel Indiërs in Maleisië. Zodoende pakken Piet en ik een lekker Tosai Canai vlakbij Kuala Lumpur Sentral Stesen. 

In KL bezoeken we veel tempels, zowel hindoeïstisch als boeddhistisch. Ook zijn er in Maleisië veel kerken en moskeeën. Dit door de grote verscheidenheid aan etnische achtergronden in het land. Maleisisch, Indiaas, Chinees, en nog veel meer wonen en leven allemaal samen. Door KL reizen we met de monorail (een soort trein, maar dan op enkel spoor), we bezoeken de Botanische tuin en eten aan een boulevard. Deze boulevard kan je een beetje vergelijken met Lloret de Mar of Salou. Een lange straat met tentjes die allemaal dezelfde gerechten verkopen, maar claimen dat het hun eigen specialiteit is. De gerechten worden je aangesmeerd door 'proppers'. Je wordt letterlijk naar binnen geduwd. Na een aantal keer heel bot 'nee' geantwoord te hebben, besluiten we dat we toch ergens moeten gaan toegeven. We schuiven onze plastic campingstoel aan en bestellen 'Laksa'. Een typisch Maleisische pittige noedelsoep. Ook gaan we kijken bij de Petronas Towers - de Maleisische versie van de Twin Towers. We sluiten Kuala Lumpur af op het dak van een gebouw van 34 verdiepingen. Overdag landen er helikopters, 's avonds drinken twee Nederlandse studenten een flesje rode wijn weg met uitzicht op de hiervoor genoemde Petronas Towers.

Na KL gaan we naar de Batu Caves. Een tempel in een grot net buiten KL. De aapjes klimmen over de trap en proberen bij toeristen alles wat ritselt te pikken. Trek je een zakje nootjes open, dan volgen vier paar ogen elke beweging die je maakt. 

Na de Batu Caves ga an we door naar Tanah Rata, een plaatsje in de Cameron Highlands. De Cameron Highlands staan bekend om haar theevelden. We moeten een flink stuk de bergen in, maar de chauffeur is niet bang en zeker niet voorzichtig. Na dik 3 uur op hoog tempo door de bochtige bergweggetjes geklommen te zijn komen we aan in het plaatsje. Het hostel waar we slapen is net buiten de stad en compleet omringd door groen. De gepensioneerde Indiase eigenaar heeft een vriend van vroeger uitgenodigd om te blackjacken. De jongen die onze kamer heeft klaargemaakt zit ook aan tafel. We spelen een paar potjes mee, en voordat we gaan slapen is onze portemonnee met zo'n 12 euro aangevuld. In de Cameron Highlands doen we een hike door de jungle. De hike is mooi, en het uitzicht over de theevelden nog mooier. Tijdens de klim komt een locale bewoner fluitend, zingend en gitaarspelend de berg af. Op het moment dat wij terugwillen begint het hard te regenen, waardoor wij iets minder relaxt dan onze muzikale voorganger de berg afklimmen. Na ons uitzicht van veraf op de theevelden, vertrekken we de volgende ochtend naar een van de plantages. We nemen een lekker kopje thee, schieten een paar mooie kliekjes, en vervolgen onze weg. 

De volgende stop is Ipoh. In Ipoh bezoeken we een openlucht museum dat laat zien hoe mensen hier vroeger leefden. We klimmen naar een kloof tussen stijle rotswanden in, rijden wat rondjes in het dorpje op onze tandem en voeren de vissen. In de stad zelf bekijken we muurtekeningen. De stat Ipoh bezoeken we maar kort, want diezelfde dag pakken we de trein door naar Kuala Kangsar, een koninklijk dorp. Helaas waren ze bezig met de restauratie van het museum. Gelukkig konden we een klein stukje verder wel de koninklijke moskee bezoeken. Tijdens dit bezoek krijgen we een traditioneel gewaad aan. 

Na een goede nachtrust pakken we de trein naar Taiping. In Taiping beklimmen we de Bukit Larut. De trip naar de top zou 6 uur duren, dus houden we het na 5 kilometer omhoog lopen voor gezien. Op dit punt heb je namelijk al prachtige uitzichten over de stad. Op de helft van onze klim omhoog komen we een groepje mannen tegen die regelmatig in een berghutje bij elkaar komen om te chillen. We worden uitgenodigd om aan te schuiven, krijgen een kopje thee en wat fruit. Hele aardige mensen, die ook graag met ons op de foto wilden. Daarnaast zien we in Taiping zelf de klokkentoren, het stadspark met leguanen en een paar vogels. Ook maken we een nachtelijk bezoekje aan de dierentuin. Dat het donker is, en je dus minder ziet, weegt niet op tegen het feit dat je beesten ziet de je niet altijd overdag kan waarnemen. Panters, olifanten, nijlpaarden, buffels, krokodillen en weet ik wat nog meer komen voorbij. Omdat het een klein beetje miezerde was de dierentuin verder leeg. We worden rondgereden in een verder leeg treintje en krijgen bij elk dier een klein beetje uitleg.

De volgende dag pakken we de trein naar Arau, een Grabje (soort Uber-taxi-achtig ding) naar Kuala Perlis, en toen de boot naar Langkawi. Langkawi is een eiland aan de noord-oost kust van Maleisië, dichtbij Thailand. Helaas komen we er bij de plaatselijke VVV achter dat de grootste twee attracties (grote brug en kabelbaan) gesloten zijn vanwege onderhoud. Ietwat teleurgesteld huren we scooters. Onze nieuwe tweewielers geven gelukkig een boost aan het moraal. We scooteren naar het Adelaarsbeeld (Langkawi betekent iets als adelaaarsrots). We sluiten de dag af met een drankje op het strand. We komen een ietwat beschonken Tsjechische backpacker tegen, Andrew, die halverwege de avond opeens verdwenen blijkt te zijn. Met een paar andere reizigers spelen we wat spelletjes en rollen we uiteindelijk iets later en iets dronkener dan gepland ons nest in. 

Door onze nachtelijke escapades staat de wekker ook iets later dan gepland. Het maakt onze trip die voor de boeg staat niet minder. We scooteren naar het noordwesten, richting de Seven Wells. De rit langs de kust en door de heuvels is prachtig, en bezorgt ons vele mooie uitzichten. Eenmaal aangekomen bij de Wells, krijgen we de tip van een parkeerwachter om niet het water in te gaan bij de toeristische plek, maar een stuk door het bos te wandelen om zo bij een verborgen poel uit te komen: the Blue Well. Volgens de parkeerwachter zou het ongeveer een 20-30 minuten zijn vanaf de toeristische attractie. We lopen eerst zo'n 45 minuten te rommelen aan de verkeerde kant van de rivier, maar uiteindelijk vinden we het goede pad. Het was het zoeken waard. Tussen de hoge bomen en de watervallen is een poel van ongeveer 3 bij 3 helemaal. Dit op zich is al fantastisch, maar het feit dat er niemand anders was, maakte het helemaal af. Na goed relaxt te hebben in het water, scooteren we weer verder. We scooteren naar het noordoosten van het eiland, om daar een tour te doen door de mangroven. We beginnen de tour bij een visboerderij. Hier broeden ze onder andere roggen en schuttervissen (vissen die een straal water hun prooi van de kant afschieten). We voeren de roggen en wat andere vissen om vervolgens verder de river op te varen, door het mangrovebos. Midden op de rivier gooit onze kapitein wat voer in het water. De geur van vis trekt een aantal arenden aan, die met een spectaculaire duik de stukjes vis uit het water halen. Na het voeren van de arenden varen we nog een stuk op zee, kunnen we Thailand spotten in de verte, en hebben we nog andere mooie uitzichten. Ons uitstapje naar Langkawi zit erop, en we maken ons klaar voor de laatste bestemming: Penang.

Keurig 10 minuten van te voren komen we aan bij de haven. We horen iets omroepen in het Bahasa Malaysia, en volgen de meute. Eenmaal aangekomen bij de boot zei de "conducteur" dat we bij de verkeerde boot in de rij staan, en dat onze boot net vertrokken is. We hebben dus letterlijk de boot gemist. De volgende boot gaat pas 5 uur later. Plak daar een bootreis van 3 uur aan vast, dus zouden we nog 8 uur moeten wachten tot we op Penang zouden aankomen. Als de egoïstische reizigers die we zijn, hebben we even schijt gehad aan het milieu, en hebben we een vliegticket aangeschaft. We pakken een Grab naar het vliegveld, en komen uiteindelijk een half uurtje later aan dan in eerste instantie gepland. Vanuit het vliegveld pakken we de bus naar Georgetown. Dit kan je alles behalve een succes noemen. De bus was tjokvol (gelukkig zaten we wel) en had geen airco. Bovendien was er ongeveer de hele rit file, waardoor er geen eind aan leek te komen. In Penang doen we mee aan een BeerPong toernooi met 20 inleg p.p. voor een totale prijzenpot van 160. In totaal acht teams strijden voor de titel. Na een spannende eerste ronde plaatsen we ons voor de halve finale. Hierin komen we tegenover een beduidend mindere tegenstander, maar door de onderschatting laten we ze aardig dichtbij komen. Gelukkig schiet Piet met scherp, en reken we ook met deze tegenstander af. Ook in de finale is het spannend en gaat het gelijk op. Naar dat Piet wederom het meerendeel raakt, mag ik uiteindelijk de laatste cup raak schieten. We pakken 160, en drinken de rest van avond gratis. We eindigen ons verblijf in Penang met een bezoek aan het koloniaal museum, en het Giant Food museum. Het koloniaal museum heeft niet zo zeer betrekking op de Engelse bezetting, maar laat de rijkdom van Chinese handelaren in de koloniale tijd zien. Niet wat we gedacht hadden, maar niet minder interessant. Het Giant Food museum doet z'n naam aan; zo zie je bijvoorbeeld een bord noedels van 1 bij 1 meter. 

Na dit laatste museumbezoek zit ons tripje erop, we gaan weer naar huis. Maar niet getreurd: over een week ga ik naar Zuid-Korea! :)